Het RIVM heeft afgelopen week 4.036 nieuwe coronagevallen geregistreerd. Vorige week waren dat er 2.588.
Het aantal coronapatiënten die anderen kunnen besmetten met het virus, is in een week tijd verdubbeld, tot 32.451.
Het zogenoemde reproductiegetal, dat aangeeft hoe snel het coronavirus zich verspreidt, is iets gestegen. Het getal is nu 1,3. Vorige week was het 1,2 en de week ervoor 1,4.
De afgelopen week hebben 4.036 mensen te horen gekregen dat zij besmet zijn met het nieuwe coronavirus, ruim de helft meer dan een week eerder.
Dat heeft RIVM-voorman Jaap van Dissel gezegd tijdens een technische briefing in de Tweede Kamer. De voorgaande week kregen 2.588 mensen een positieve testuitslag.
Negen coronapatiënten zijn afgelopen week overleden. Dat waren er een week eerder nog zes. Het aantal ziekenhuisopnames lag wel lager, 38 tegen 44 een week eerder.
Dat de ziekenhuizen niet sneller volstromen, komt volgens Van Dissel mede doordat momenteel vooral jongeren het virus oplopen. Zij lopen minder risico om ernstig ziek te worden dan ouderen, die juist tijdens de eerste coronagolf dit voorjaar vaak werden getroffen.
Aantal besmettelijke coronapatiënten verdubbeld
Verder is het aantal coronapatiënten die anderen kunnen besmetten met het virus in een week tijd verdubbeld. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) zijn er nu 32.451 zogenoemde besmettelijke personen in Nederland. Vorige week waren het er meer dan 16.000.
Het aantal is wel een schatting, benadrukt het RIVM. Misschien zijn er bijna 19.000 besmettelijke personen, maar het zou ook kunnen gaan om meer dan 47.000.
Half juli telde Nederland circa 7.000 besmettelijke personen en begin juli waren het er ongeveer 3.000. "Als iemand het coronavirus oploopt, dan is deze persoon een tijd lang besmettelijk voor anderen. Hoelang dit duurt verschilt van persoon tot persoon", leg het RIVM uit.
Reproductiegetal iets gestegen, van 1,2 naar 1,3
Het zogenoemde reproductiegetal, dat aangeeft hoe snel het coronavirus zich verspreidt, is iets gestegen. Het getal is nu 1,3. Vorige week was het 1,2 en de week ervoor 1,4.
Bij een reproductiegetal van 1,3 zorgen 100 coronapatiënten ervoor dat 130 anderen de ziekte oplopen. Die besmetten op hun beurt 169 mensen, en die dragen de ziekte vervolgens over aan bijna 220 mensen. Bij elke stap komen er meer patiënten bij en gaat het virus steeds sneller rond .
De overheid wil dat het reproductiegetal onder de 1 komt. Dan dooft de uitbraak langzaam uit.
Meer dan driehonderd coronaclusters
Het aantal lokale uitbraken van het coronavirus is gestegen tot 333. Bij een zogenoemd cluster kunnen minstens drie coronagevallen met elkaar in verband worden gebracht. De grootste groep bestaat uit 43 mensen.
Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid zei afgelopen donderdag dat er 259 clusters waren, twee dagen eerder sprak het RIVM over 242 clusters en een week ervoor stond de teller op 133.
In bijna de helft van de clusters hebben mensen elkaar thuis besmet, maar dat zijn relatief kleine groepen van gemiddeld zo'n vier personen. Dertien clusters hebben te maken met de horeca en die bestaan uit gemiddeld meer dan tien mensen. De grootste groep, een cluster van 43 mensen, heeft te maken met een verpleeghuis.
Lees meer over het coronavirus:
- Ben je verplicht om je gegevens achter te laten in de kroeg? 7 vragen over de nieuwe coronaregels voor de horeca
- Veelbelovende eerste resultaten van het coronavaccin uit Oxford dat Nederland heeft besteld
- Gids voor de corona-etiquette: zo houd je beleefd afstand en kun je veilig socializen
- Waarom we zeker weten dat het coronavirus niet door mensen in een lab is gemaakt